zondag 11 juni 2023
In dit inmiddels alweer 11e logboek ga ik allereerst in op het verzoek van enkele lezers van mijn blogs om een duidelijk verhaal te schrijven over de kleur van het borstvlees van duiven in conditie (vorm) en duiven zonder vorm. Aan de hand van de foto’s die ik hier plaats hoop ik die duidelijkheid te verschaffen. Uiteraard kun je met een geoefend oog nog veel meer kenmerken aan de duif aflezen (glanzend verenpak, gedrag op het hok enz.).
Hierboven het borstvlees van een duif die duidelijk niet in conditie is. Het vel ligt niet strak over de borst (zie de plooien onderin). Er bevinden zich veel huidschilfers op de borst. De kleur van het borstvlees is niet roze, vergelijk dit met de kleur van het nagelbed van mijn vingernagels. Dit is exact de kleur van het borstvlees van een duif in conditie. Zie de foto hiernaast.
De borst van een duif in goede conditie heeft dezelfde kleur als het nagelbed van je vingers.
Een van de vragen naar aanleiding van het logboek van 22 mei was of duiven met veel huidschilfers op de borst iets mankeren. Dat hoeft beslist niet zo te zijn, maar bij twijfels over de gezondheid is het toch het allerbeste om naar de dierenarts te gaan. Niet zelf gaan dokteren zonder te weten of er wat aan de hand is altijd mijn advies aan de minder ervaren liefhebbers.
Iemand schreef me dat zijn duiven ondanks luizen (zowel de lange veerluis als de stuitluis) goed presteren en bij bestudering van zijn uitslagen blijkt dat ook zeker zo te zijn. Veel lezers van deze blog zullen dezelfde ervaring hebben en een paar lange veerluizen zullen ook weinig schade of vermindering van conditie opleveren. Bij het zien van meerdere stuitluizen zou ik al wel wat ongeruster zijn. Veel middelen tegen luizen en mijten hebben een slechte uitwerking op de vorm van de duif. Wanneer je duiven goed presteren zou ik dan ook eerst eens kijken of je het met een scheutje azijn in het badwater afkan.
Ik kreeg heel veel positieve reacties op mijn column-minireportage over de laatste duivenliefhebber van Schiermonnikoog. Deze was binnen een week al meer dan 7000 x gelezen. Uiteraard zullen dat niet allemaal duivenliefhebbers zijn, maar ook andere geïnteresseerden in de duivensport. Het is me inmiddels wel duidelijk dat dit soort columns veel vaker en liever gelezen worden dan columns met een meer educatieve insteek. Nu ik ook logboeken schrijf, zal ik in de toekomst kiezen voor wat luchtiger onderwerpen voor de columns en zal ik in de logboeken de serieuze meer leerzame onderwerpen aansnijden.
Het voordeel van mijn nieuwe website is dat ik nu exact kan zien welke pagina’s het meest gelezen worden en ook hoe vaak. Onderwerpen als de historie van de duivensport trekken een heel ander publiek en worden duidelijk minder gelezen dan mijn columns en logboeken. Opvallend vond ik te zien dat mijn gastenboek ook veel bezocht wordt. Dit is uiteraard goede reclame voor mijn activiteiten als de-duivencoach.nl. De komende maanden zal ik mijn website verder uitbreiden met diverse artikelen voor zo’n breed mogelijk publiek. Zo zal ik het onderwerp oorlogsduiven dat Heim Meijerink heeft geschreven en wat veel gelezen werd toen hij nog een eigen website had, binnenkort ook plaatsen. Verder heb ik een pagina opgezet met foto’s van historische duifhuizen (torens, tillen, zolders, poortgebouwen, etc). Tijdens mijn hokbezoeken en andere uitstapjes bezoek ik deze dikwijls honderden jaren oude gebouwen en zet ik deze op de foto. https://www.de-duivencoach.nl/Algemene-Info/Duivenhistorie/Historische-Duifhuizen/
Over het eigen hok in Vlagtwedde is vermeldenswaard dat we de jonge duiven met belletjes hadden uitgerust en dat dit de eerste twee weken effect leek te hebben. Echter na deze twee weken waarin de jongen met rust werden gelaten, brak een andere periode aan en werden in 1 week tijd maar liefst 10 jonge duiven door de havik gepakt. Dus de belletjes hebben nu het omgekeerde effect en trokken de haviken juist aan. Dus deze heeft René inmiddels weer verwijderd.
We hebben inmiddels 1 dagfondvlucht gehad, ook weer met noordoosten wind zoals de afgelopen weken al steeds het geval is. De duiven zijn tot nu toe elke week mee geweest en het viel mij tijdens deze vlucht van 550 km hoe fit zij thuis kwamen en ook vrij vlot met 50 % in de punten, alleen de pure kop ontbrak nog. Hopelijk gaat dit op Sens (600 km) gebeuren.
Naar aanleiding van één van de eerdere logboeken waarin ik schreef over pigmentatie en de relatie daarvan met de natuurlijke weerstand, kreeg ik een vraag over hoe dit te zien is bij witte, zwarte en rode duiven. Voor rode duiven geldt dat rood van zichzelf een sterke kleur is en ook dominant is over zwart. Veel roden bezitten een goede natuurlijke weerstand, vooral de fokzuivere roden. Bij geheel zwarten kun je nog naar de kleuren van de snavel, poten en de teennagels kijken en bij witten kunnen de snavelkleur en de kleur van het oog een indicatie geven. De duiven streng selecteren op gezondheid is altijd belangrijk maar voor geheel witten of zwarten zou ik zelf nog strenger zijn, eigenlijk hetzelfde als bij duiven waarbij de zwarte band van de staart deels vervaagd is.